10 acronymen die je helpen beter te faciliteren
10 acronymen die je helpen beter te faciliteren

10 acronymen die je helpen beter te faciliteren

Ben jij een facilitator of wil je beter worden in het faciliteren van bijeenkomsten, vergaderingen of workshops? Dan heb ik hier 8 handige acroniemen voor je die je kunnen helpen bij het structureren en faciliteren van verschillende processen en activiteiten.

  1. LSD: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen. LSD is een acroniem dat wordt gebruikt om de deelnemers te helpen effectief te communiceren en beter te begrijpen. Het betekent dat je als facilitator actief moet luisteren naar de spreker, diens woorden moet samenvatten en vervolgens gerichte vragen moet stellen om het begrip te vergroten en eventuele onduidelijkheden op te helderen.
  2. SMART: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden. Deze methode kan je helpen om doelen en doelstellingen te formuleren die specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden zijn.
  3. NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander, om als facilitator een getuige te zijn in plaats van een betrokkenen en zelf geen invulling of sugesties te geven.
  4. SWOT: Sterktes, Zwaktes, Kansen, Bedreigingen. SWOT-analyse is een techniek die wordt gebruikt om de sterke en zwakke punten van een persoon, organisatie, product of dienst te evalueren, en om de kansen en bedreigingen in de externe omgeving te identificeren.
  5. ORID: Objectief, Reflecterend, Interpretatief, Decisioneel. ORID is een facilitatieproces dat vier stappen omvat: objectieve feiten verzamelen, reflecteren op gevoelens en emoties, interpreteren van de betekenis en beslissingen nemen.
  6. PESTEL: Politiek, Economisch, Sociaal, Technologisch, Ecologisch, Legaal. PESTEL-analyse is een techniek die wordt gebruikt om de externe factoren te evalueren die van invloed zijn op een organisatie, zoals politieke, economische, sociale, technologische, ecologische en juridische factoren.
  7. OSAR: Observeren, Samenvatten, Adviseren, Resultaten. OSAR is een facilitatieproces dat vier stappen omvat: observeren van gedrag en interacties, samenvatten van waargenomen patronen en trends, adviseren van mogelijke acties en beslissingen, en evalueren van de resultaten.
  8. ACTION: Agreement, Clarity, Time, Involvement, Ownership, Next steps. ACTION is een acroniem dat wordt gebruikt om de belangrijkste elementen te benadrukken die nodig zijn voor effectieve communicatie en besluitvorming: overeenstemming, duidelijkheid, tijd, betrokkenheid, verantwoordelijkheid en volgende stappen.
  9. RAKE: Reflecteren, Analyseren, Kiezen, Executeren. RAKE is een facilitatiemethode die kan worden toegepast in verschillende contexten, zoals teambuilding, strategieontwikkeling, en probleemoplossing.
  10. SCORE: Situation, Cause, Outcome, Resources, Effect. De SCORE kan je gebruiken als gespreksmodel bij coachen en faciliteren om de deelnemers te begeleiden van een beperkende situatie en oorzaak naar een vermogende uitkomst, resources en effect.

Dus waar wacht je nog op? Probeer een van deze acroniemen uit tijdens je volgende facilitatiebijeenkomst en ontdek hoe het kan helpen om de communicatie en samenwerking te verbeteren, evenals de transparantie en duidelijkheid van de informatie te vergroten. Veel succes en plezier met het faciliteren!

Als gecertificeerd business coach, trainer en facilitator stimuleert Steff Vanhaverbeke mensen om werkwijzen te ontwikkelen die onontbeerlijk zijn in een steeds sneller veranderend

Mensen met interesse in dit thema volgen ook:

Skill program
 
Event
Leer hoe je mensen optimaal kan laten leren, problemen oplossen, samenwerken en co-creëren met behulp van specifieke…